16
Aug
2009
0

16 augustus 2009 – 19:00 local time
San Francisco, California, Verenigde Staten

Op dit moment lig ik in bed in ons motel Nobhill Inn in San Fransico. Harm heeft net de was gedaan en Mark en David liggen saampjes een romantische film te kijken.

Maar mijn verslag begint wanneer we gistermorgen wakker werden in Motel6 langs de snelweg van Bakersfield (aan de zuidwestkant van Sequoia Park) naar Three Rivers (de westkant van Sequoia Park) waar we moeten zijn om dit park in te komen en daar de mammoetbomen te gaan bekijken.

We stonden rond 8u op om vroeg te vertrekken naar het park wat ongeveer 110 mile verder was. Nadat wij ons opgefrist hadden, namen David en Hans alias de Iceboys onze verantwoordelijkheid weer over het drinken en de koeling. Na dit gedaan te hebben, wachtten we wederom op Harm, ik snap niet dat die jongen niet inziet dat hij een half uur eerder op moet staan om te tegelijk met ons klaar te zijn, maar goed, het is vakantie.

Om te ontbijten zijn we voor de verandering maar eens een keer met de auto naar de  Subway gereden aan de andere kant van de straat. Waarna we onze rit vervolgden naar Sequoia Park. Een park met hele grote bomen, waar ik als bomenliefhebber al de hele vakantie naar uitkijk. Ik achter het stuur om even lafjes de laatste 110 mile weg te tikken om vervolgens in het park het stuur over te geven aan dhr. Mark Geven, zodat ik mijn ogen op de bomen gericht kan houden.

De entrée van dit park was gratis en we volgden een route door het park van een mijl of 30, schat ik, over steile en bochtige bergweggetjes door de bossen. De bomen die we in het begin tegen kwamen vonden nog een beetje lijken op de bomen in de Staatsbossen en waren meer onder de indruk van het uitzicht dan van de bomen, maar wat we gelezen hebben in de boeken moesten we op zoek naar een boom genaamd, de  ‘General Sherman’s Tree‘. Dit zou de grootste boom ter wereld zijn.

Na een aantal mijlen kwamen we dan eindelijk de mammoetbomen tegen en we waren onder de indruk. Deze bomen zijn echt enorm. Ze zijn niet zozeer hoog, maar de omtrek van de stammen is echt niet te geloven. Eindelijk zien we dan een bordje met Sherman’s Tree en we besluiten daar te parkeren om vervolgens met te voet verder te gaan richting de beruchte boom.

Onderweg daar naartoe moet ik natuurlijk even aan een van deze bomen ruiken en ermee op de foto.
Aangekomen bij de General Sherman Tree lezen we op een bordje dat dit het grootste levende organisme op aarde is. De omtrek van de stam is 31 meter en hij is zo’n 84 meter hoog. Er zijn hogere bomen, maar niet met zo’n volume (inhoud, voor de minder slimme mensen). De boom weegt zo’n 1.385.000kg, niet bepaald normaal dus en daarom de grootste boom ter wereld.

Uitgekeken op Sherman reden we verder naar de op drie na grootste boom ter wereld, ook mooi. Daar een wandelingetje gemaakt van 0,8 mile en daarna het park verlaten om ergens te gaan eten. Mark en David willen graag bij Taco Bell eten, omdat deze heren verleid zijn door een reclame van deze toko waar een hoofd te zien is die rood word en waar dan een beetje stoom vanaf komt na het eten van Volcano Nacho’s, een heet maaltijdje.

Bij deze tent aangekomen bestellen deze heren de Vulcano Nacho’s, Harm en ik houden het bij normaal eten. Mark en David zeiden dat ze het niet te nassen vonden en aten het niet op, maar volgens mij konden deze jongetjes dit pittig etentje niet aan.

David ging achter het stuur en we reden naar San Fransisco, dat was nog zo’n 180 mijl. We hadden gehoord dat het daar vrij druk was op de weg en dat was inderdaad zo. We kwamen daar rond 20u aan, waar ik als navigator David een beetje de weg wees door de straten van San Fransisco. We boekten een motel voor twee nachten in het hartje van SF. Na ons opgefrist te hebben en voor het eerst een vest nodig hadden – omdat het hier maar een graad of 15 was, koud dus – besloten we om ergens wat te gaan eten en drinken.

Mark sprak twee vrouwtjes aan op straat en vroeg waar we goed konden eten en waar je goed kon uitgaan. Deze dames stuurden ons naar een straat vlakbij ons motel. We konden dus als het moest naar huis kruipen, ideaal.

Na onze maagjes gevuld te hebben in een restaurantje, gerund door een paar Chineesjes, liepen we verder door de straat op zoek naar een mooie kroeg. Harm zag een mooie kroeg en wilde daar graag naar binnen, maar toen zag ik een regenboog vlag boven de deur hangen en zei dat dat betekende dat het een homobar was. Harm “wist” dit niet. En we besloten om toch maar even verder te zoeken.

Aangekomen bij een lounge, genaamd Red Devil, lieten we daar onze id’s zien, betaalde entrée en gingen naar binnen. Hier was een bandje aan het optreden wat wel wat weg had van de Village People en kwamen er al snel achter dat dit ook niet echt een normale bar was. Maar de muziek was goed en ze hadden bier en whiskey-cola. Wel een beetje laffe blikjes bier van 710ml voor maar 6 dollar.

Harm raakte aan de praat met een kel waarvan wij vonden dat het een homo was, hij had namelijk een kort broekje aan en een roze hempje, zoiets doe je nog niet met carnaval aan. Er liepen wel meer van deze jongens in vrouwenkleren rond en Harm zei: ‘ik mag da wel’.

Mark voelde zich niet zo lekker en ging naar huis toe. Die jongen kan gewoon niet meer zo goed tegen bier. David en ik dronken nog wat biertjes en Harm nog wat whiskey-cola. Om twee uur ging deze toko dicht, eigenlijk alles ging om twee uur dicht, en we liepen terug naar ons motel waar Mark levenloos op bed lag. Harm heeft ‘s nachts vanuit zijn bed met de laptop op z’n schoot nog PSV – Ajax gekeken. En daarmee ‘levenloze’ Mark drie keer uit z’n slaap gevloekt en vier keer uit z’n slaap gejuigd. Blijft een sympathieke jongen die Harm.

De volgende dag lag Alcatraz op ons te wachten en hier gaat David een verslag over schrijven

Door: Hans

Written by Harm

Geen comments »

Plaats een comment