9 augustus 2009 – 20:52 local time
De weg tussen Grand Canyon Village en Williams, Arizona, Verenigde Staten
‘Onderweg van bosbranden en wildwaterbanen naar de Indianen en de ‘fucking big hole’’
Ik typ dit als we in de middle-of-nowhere dichtbij Grand Canyon Village een beetje de weg kwijt zijn, inclusief TomTom. Best lelijk zo, maar we hebben de juiste weg inmiddels gevonden. Later meer hierover. Laten we even teruggaan naar deze morgen…
Zoals je in dhr. Adriaans zijn verslag kon lezen was het een gezellig avondje uit met ons nieuwe stelletje. Jammer voor de heren dat de koppijn de ochtend erop (vanmorgen dus) er niet minder van was. Dus de paracetamols vlogen weer de keeltjes door. Voordat we onze tocht richting de Canyon vervolgen zorgen onze ijsboys (David en Hans) ervoor dat de koelbox weer gevuld is, zodat we onderweg koele (non-alcoholische) drankjes kunnen nuttigen.
Omdat het inmiddels 11:00u is als we bij ons Motel6 wegrijden, is het uiteraard ook tijd om een goed ontbijt te pakken bij de fast-food tent waar we nog nooit iets gegeten hadden: Wendy’s. Op het ontbijt stond voor sommigen een triple-burger of 10 stukjes kipnugget. De large fries waren niet heel large – Harry H. kan dat beter. Al met al prima ontbeten en klaar voor de – na tips van een hoestende man in een parkeergarage – prachtige trip.
We zetten voet richting Jerome, dat is een klein mijndorpje in het midden van gebergte (hoogste punt vandaag is 2,7km). Ondergetekende stuurt de Durango over haarspeldbochten omhoog. Het landschap blijft prachtig, eerst loofbomen en wat meters hoger dennebomen. Tot er weinig groei meer mogelijk is. We zien als we aan de klim beginnen overigens nogal wat rook boven de berg uitkomen. David vermeldt direct dat dat het rooksignaal van Winnetou is en dat zijn vrouw drachtig is. Wij kennen David wel beter en vertellen hem dat het paracetamolletje nog niet helemaal ingewerkt is. Hij houdt zich tot de top rustig.
Borden maken ons wat wijzer: ‘fires ahead, watch out for big mist and stop if view is unclear’. Duidelijk. Als we een half uur later boven zijn worden we gestopt met de vele motorrijders en auto’s voor en achter ons. Even later landt er een helicopter: we zijn dichtbij de bosbranden. We wachten rustig af – ja, het is voor ons ook vakantie he – en een kleine 10 minuten later zien we eindelijk auto’s ons tegemoet rijden. De boswachter draait zijn truck en rijdt met onze groep voertuigen mee omlaag. Daar zien we waarom: langs de weg fikt het aardig. ‘Mooi’ om een keer mee te maken.
Jerome zelf is – zoals we al zeiden – een klein dorpje. Als David een keer ademhaalt zijn we erdoorheen. Op weg naar het volgende stadje op de ‘history highway 89A’ (een enorme aanrader voor andere roadtrippers: een enorm divers landschap kom je tegen). Als Sedona binnen oogbereik ligt, zien we achter Sedona Oak Creek Canyon opduiken. In de volksmond het kleine broertje van de Canyon genoemd. Tegenovergesteld daaraan: in plaats van de diepte de hoogte. Prachtige plaatjes geschoten vanuit de auto.
In Sedona zelf maken we een sanitaire stop met een ijsje en laden we bij de visitor center opnieuw de nodige folders binnen (‘folders for the win’ wordt ons nieuwe motto). Op naar het volgende kleine stadje: Flagstaff. Tussendoor komen we langs het Rock Slide State Park. En dat beschrijft precies wat het inhoudt. We moeten een klein half uur wachten voordat we kunnen parkeren, maar kunnen dan eindelijk de echte wildwaterbaan bekijken. Je kunt hier namelijk in het niet heel warme water – we gokken een graadje of 10 – over wat rotspartijtjes naar beneden glijden. Leuk vermaak voor deze warme (33 graden) dag.
We vervolgen onze weg richting Flagstaff en laten dat direct links liggen om weg te maken richting Cameron. Een ‘Navajo trade point’ waar we, het is inmiddels 18u, voor 12 dollar een hoofdgerechtje nemen. Niet het beste wat er te krijgen is, maar op het moment van schrijven (een kleine vier uur later) leeft iedereen nog. Maar om met vier man een hoofdgerecht en dessert te krijgen met voldoende drinken en dan 90 dollar af te moeten tikken, dan mag je niet klagen.
Na ons diner gaan we richting de ‘fucking big hole’, zoals een local uit Prescott al eens sympathiek aanduidde: de Grand Canyon. Volgens ondergetekende zijn planning pakken we daar een hotelletje zodat we ‘s ochtends als er wat meer licht is de Canyon kunnen zien, om dan richting Sin City te vertrekken. De rit richting Grand Canyon verloopt prima, echter, TomTom houdt het daar een beetje voor gezien. Wegen worden niet herkend en hotels liggen volgens TomTom op een kleine 60 mijl. Ai, dat is precies de lengte die we hebben afgelegd om er te komen…
We besluiten te rijden naar Williams, een 60 mijl om daar dan maar een motel te zoeken. Na 4 mijl komen we echter bij Grand Canyon Village uit, waar alle hotels uiteraard volgeboekt zitten. ‘Even verderop is misschien nog wel plek’, 20 mijl verder dus. Daar aangekomen kunnen we een kamer betrekken, wel voor 132 dollar – het duurste motel so far. Omdat we anders nog 35 mijl moeten rijden en dat morgen opnieuw moeten besluiten we dit maar te doen. De klok slaat inmiddels ook 22u. Eind goed, al goed, dus. Al blijkt dat ons hele omrijd verhaal naar Cameron niet echt tactisch was. Zo hebben we de East Canyon Grand Viewpoint gezien toen het donker was. Ach, als we alles van tevoren wisten, dan hadden we waarschijnlijk bij de Navajo’s geslapen en ‘s ochtends de tocht naar de Canyon gemaakt. Enfin, ik lig inmiddels op een king-size bed naar Saving Private Ryan’s heftigste scene te kijken.
Op naar morgen, waar we dus echt de ‘big fucking hole’ gaan zien. Sowieso van dichtbij, en hopelijk – als het niet volgeboekt is – met een helikopter. Razende reporter Mark zal dat gaan verslaggeven.
Door: Harm