29 januari 2011, Otavalo, Imbabura, Ecuador
Ja, zoals ik over gisteren al melde waren we een beetje laat — of eigenlijk vroeg — thuis. Dus na een mooie 2,5 uur slaap was het weer gedaan met de rust: vandaag staat Otavalo op het programma. Otavalo is een klein Indiaans stadje waar iedere dag, maar vooral op zaterdag, door de hele stad heen een markt is, waar je eigenlijk zo’n beetje alles kunt kopen.
Na een snel ontbijtje — het was zelfs voor de familie te vroeg om zelf aanwezig te zijn op een weekend ochtend 😉 — hebben we (Jayne, de Ierse Kath en ondergetekende) de taxi richting de bus terminal Rio Coca gepakt. Waar meneer chauf begon met een bedrag van $7 — dat is werkelijk waar belachelijk veul te veul — konden we na lichtelijk verontwaardige blikken en wat Harm-Spaans uiteindelijk instappen voor $3. Ja mensen, het gaat blijkbaar redelijk met m’n Spaans.
Bij de terminal aangekomen in de bus richting Otavalo gestapt. Best okay bus vergeleken met de bussen in het centrum. Wel jammer dat ook hier om de twee minuten een verkoper instapt met de grootste verhalen, of je z’n troep niet wilt kopen. Hij of zij drukt de rommel in je hand en komt dan na enkele minuten weer terug. Iedere Gringo in de bus geeft meneer dan z’n knoei terug, terwijl bijna iedere Ecuadoriaan netjes afrekent, misdaad loont blijkbaar…
De tocht naar Otavalo duurt een dikke twee uur en afrekenen doe je tijdens de rit aan een mannetje dat langskomt — geen uniform of iets aan, gewoon inleveren. Kosten: $2, nice! De stelregel is voor ieder uur bus ongeveer een dollar, zou lijn 23 ook eens moeten doen. Dan zou er behalve Mark P ook eens andere mensen inzitten…
In Otavalo worden we buiten het centrum gedropt, aangezien er maar enkele (dure) busmaatschappijen werkelijk de stad in mogen. De dames natuurlijk direct op zoek naar een ‘baño’ (toilet), waardoor ik weer een halve liter Nestea mag scoren bij het eerste-de-beste fast food zaak met toilet, lieverd dat ik ben.
Otavalo zelf is fantastisch. Al zie je veel dezelfde dingen bij een standje 15 meter verderop. Maar goed, dat heb je ook bij de Zwarte Markt in Cuijk… Veel kleding, veel zelfgemaakte dingen zoals sieraden, gitaren, veel hoeden — ja Nielsch, ook ik heb gekeken naar zo’n fantastische opa hoed, maar helaas, m’n bolletje is daar stilistisch gezien toch te dik voor, no offence overigens –, en vooral veel eten. Van rijst en meel tot aan fruit, en van gekookt eten tot levende beesten, je kunt het zo gek niet bedenken.
Het voornaamste (en meest Gringo aantrekkende) gedeelte speelt zich af op één plein. Als semi-Gringo-wanna-be’s hebben we natuurlijk de hele markt bekeken. En zo kwam het dat we op een enorme food court terechtkwamen. Fruit, gekookte maaltijden, een slager met een enorm smerige snijbank, straathonden die aan de verse groenten pielen, in één woord: fantastisch. We hebben onze ogen te kost gegeven. De dames zijn inmiddels bij een kraampje aangeschoven om een lekker soepje ‘sin carne’ (zonder vlees) te bestellen — het is nogal opvallend dat ik hier inmiddels zes dames heb ontmoet die allemaal vegetarisch zijn… Geen probleem, kwam eraan, zei de lieftallige dame achter de bar. Ik skipte even, terugdenkend aan dat heerlijke maïs snackje bij Mitad del Mundo vorige week…
Een minuutje later hebben de dames een enorm bord soep voor zich, met een grote avocado erin. Er wordt nog gevraagd of ze een rood geschilferd goedje in hun soep willen. Voordat mevrouw de zin kan afmaken roept Jayne dat het niet nodig is. Toch lief van haar — het bleek opgeklopt en gedroogd bloed te zijn. Bloedworst àlà, maar dat… Terwijl Kath haar eerste hap neemt klinkt er een klein gilletje. Vlees in de soep. En niet zomaar vlees, heerlijk stukjes bloedvat, hell yeah. Super vegatariërs dat ze zijn vissen ze lekker tussen het vlees door en hebben ze de soep toch nog voor de helft opgegeten, ‘omdat-ie zo lekker was’. Ja dames, zo lust ik er nog wel een paar!
Als de dames hun soep aan het eten zijn, zijn de dochters van de kokkin geïntereseerd in mijn camera. Dus ik laat ze de foto’s zien die ik gemaakt heb — en mensen uit Tunnis en omstreken, ben gerust, die foto’s van ene bewuste donderdag heb ik vakkundig geskipt! Leuk om m’n Spaans te oefenen en mij de gelegenheid te geven hun oma op de plaat te kunnen zetten. Oma is namelijk een echte Indígenas en zichtbaar, tsja, oud ;). Erg leuke ontmoeting!
Als we verder lopen ziet Kath tussen allerlei kraampjes door een kleine arena in een donkere ruimte: een hanengevecht! Wij $1 betalen voor de entree en kunnen direct aanschuiven voor een heuze halve finale. Bizar om te zien, maar wel prachtig hoe de hele arena meebeleefd en de eigenaars van de hanen werkelijk alles doen om hun haan de andere haan van het leven te beroven. Ook prachtig: de oude heren op rij nummer 1. Een belevenis op zich mensen!
Het enige wat ik uiteindelijk meebreng is een nieuwe zonnebril — u weet, ik heb een dikke bips en als er dan een zonnebril onder ligt is dat niet handig. Deze sympathieke verkoper begon op $20, want hey, het was wel een echte RayBan en had focale glazen. Zo echt was hij blijkbaar niet helemaal, want voor $5 was hij de mijne, ik blij en hij toch ook wel :).
Tijd om terug te keren naar huis en direct een gelegenheid om onze verloren uurtjes slaap proberen in te halen in de bus. Aan het einde van de dag krijg ik drie complimenten, één van Jayne, één van Kath en één van César en Mirella: m’n Spaans gaat perfect vooruit. Helemaal als ze zich indenken dat ik twee weken geleden — ja, de tijd vliegt! — nog geen woord Spaans sprak. Yay! Die kan ik in me zak steken, zou het dan toch…