Woensdag 21 september 2011 — Miami Beach, Florida, Verenigde Staten
Het gehele jaar door mooi weer, thuis van de exclusiefste clubs en ‘s werelds mooiste modellen, zomers witte stranden en plaats waar kunst verweven is in de dagelijkse gang van zaken. Plus thuisbasis van zes Brabantse pummels voor de resterende drie nachten van onze vakantie. Ja mensen, we zijn gisteravond eindelijk gearriveerd in Miami! In Miami Beach wel te verstaan. Het stukje van Miami wat letterlijk in zee ligt en aan iedere kant omgeven is door water.
Als de jongens ontwaken na nu eens geen liederig avondje pils drinken, is reeds besloten richting het enorme natuurpark de Everglades te gaan. De Everglades zijn te vergelijken met het Staatsbos, enkel staat het geheel onder water en leven er naast Schotse Hooglanders ook alligators, pythons en zo nu en dan een eekhoorn.
Voordat de reis (van een dik uur) hiernaartoe kan beginnen, moet er uiteraard eerst gestopt worden bij ons ontbijt restaurant der restaurants: de Subway. Iedereen is weer zeer origineel in zijn bestelling, die we van elkander inmiddels wel kunnen dromen. Nadat we allemaal weer een Footlong aan mik naar binnen hebben gewerkt is het tijd om het swampie op te gaan zoeken.
Door de ‘Glades’ loopt een nagenoeg horizontale weg die alle interessante punten bereikbaar maakt. Eerste stop is bij een airboat tour. Hier gaan we met een bootje met een enorme ventilator achterop een tour al ‘vliegend’ over het moeras maken. Overigens zou deze ventilator zo nu en dan in onze Pussy Magnet ook prima van pas komen. Namelijk wanneeer bepaalde iemanden weer een toxische hoeveelheid strontlucht uit een gat waar de zon nooit schijnt laat ontvluchten…
Alsof ‘de duvel er mit spult’ krijgen wij een naamloze gids toegekend met een nogal opmerkelijk stemgeluid. Stel u voor, u rookt 40 jaar lang Javaanse jongens 3/4 shag, met achter iedere peuk nog een goede Corona sigaar erachteraan, maar niet alvorens u een goede slok Johny Walker achterover hebt gegooid. (Laten we de beste man voortaan Johny W. noemen.) Het stemgeluid wat onze Johnny W. maakte, kwam daarbij lichtelijk in de buurt.
Gelukkig had dat ook zijn voordelen, de alligators herkenden zijn stem natuurlijk uit duizenden, waardoor ze altijd tevoorschijn kwamen als bertus achter het stuur zat. En waarempel, dat bleek ook nog het geval te zijn. (Dikke bullshit natuurlijk, deze laffe alligators vreten graag het brood op dat onze Johny W. het water in flikkert.) Maar hierdoor maken we kennis met Little en Big Lilly, plus nog veel aanverwante alli’s.
Als deze gala voorstelling voorbij is, is het eindelijk tijd de gashendel los te trekken. We vliegen met een duchtige snelheid over het knie-diepe water en stoppen ergens in de middle of nowhere. Ruug als onze Johny W. is, stapt hij uit en nodigt ons — in het Nederlands, jawel! — uit hetzelfde te doen. Onze mannen zijn in de zevende hemel en springen het water in. Toch jammer voor onze Teek dat hij geen baantjes mocht trekken. Hij had zich er zo op verheugd…
Eenmaal terug bij het park, krijgen we nog een leuke show met enkele lokale dieren. Zo wordt er een schorpioen voor Teek zijn gezicht gehouden — onze Teek veroerde geen vin! Ook kwamen kleine alli’s voorbij, inclusief een enorme big mama. Mooie shit was dat. Verder allemaal (voor fucking 3 dollar) op de foto gegaan met een 3-jaar oude alli. Het was leuk. Overigens hebben we Johny W. een goede ‘tip’ gegeven en na een laf ijsje zagen we al snel waar deze aan besteed was. U raadt het al, onze Johny W. had een duchtige rokende Corona in zijn handen. ‘Some things will never change…’
Als we weer in de auto zitten, wordt koers gezet naar Loop Road. Een onherbergzame en ondergelopen weg, door de Everglades, vol obstakels en gevaar. Onze Hans had het eigenlijk gedurende de hele trip hier al over. Het zou een stukje ‘110% Bear Grylls’ overleven worden, aldus onze Hans. Extra benzine, water en eten voor vier dagen werd ingeslagen. Toen we het bordje ‘Loop Road’ zagen kon een kleine glimlach op het gezicht van onze Hans ons niet ontgaan. Het eerste stuk van de weg was nog verrassend verhard. En eigenlijk was dat de gehele weg het geval… De teleurstelling viel van onze Hans zijn gezicht af te lezen. Hoe kon dit? Het mysterie van de toch niet zo ruige Loop Road heeft hem nog lang in zijn nachtmerries achtervolgt.
Eenmaal terug in Miami zijn we op weg gegaan naar ons hostel. Zoals gezegd zijn we gehuisvest in een eigen appartement, met daarin vijf bedden. (Jawel, onze Hans en Bos Boekel liggen ditmaal lepeltje lepeltje.) Het hostel ligt echter een goede 20 minuten lopen van het appartement. Nadat iedereen omgekleed is en ook een aangename hoeveelheid lokmiddel heeft opgedaan, lopen we richting het hostel om aan te schuiven voor het gratis diner. Nouja diner, in vergelijking met onze culinaire hoogstandjes van de afgelopen weken valt de rijst met kip toch wat tegen.
Wel heel erg chique van het hostel dat men in de lobby zegt, als er (hoe kan het ook anders) pils besteld wordt, je dat veel beter in de supermarkt aan de overkant kunt halen. Dus wordt er een krat Budweiser pils gehaald. Ondergetekende houdt het bij een mooie zakfles Jameson (for the win mensen!).
Als we rustigaan onze versnaperingen naar binnen aan het werken zijn, valt het oog van bepaalde iemanden alweer op de aanwezigheid van nogal wat schònne preien. De dames komen zowaar uit Servië en zijn hier aan het werk, maar toevallig nu vakantie aan het vieren. (Overigens voorspellen wij bij dezen dat dhr. Geven een aangenaam weekend zal hebben in Belgrado.) De nodige contacten zijn alweer gelegd voor de avond, die inmiddels geheel gepland is. We hebben via het hostel voor $15 een bandje gekocht. Dit bandje geeft ons toegang tot één van ‘s werelds hipste clubs: de Mansion.
Bijkomend voordeel van de deal is dat we via de vip-ingang naar binnen kunnen. Plus, we worden met de rest van de hostel gasten opgehaald in een huge ass mother fucking Hummer limo. Leipe shit ouwe!
Rap zoals we altijd zijn pakken we de laatste limo. Niet heel handig, aangezien we naar binnen gepropt worden. Niet heel erg voor sommigen hoor, aangezien ze in plaats van lepeltje lepeltje met elkander, nu lepeltje lepeltje met totaal onbekende schònne vassels in een chique Hummer limo kunnen zitten! ‘You gotta love Miami, bitch!’
Eenmaal bij de Mansion blijkt al snel waarom we ons al redelijk goed beschonken hadden. De laffe prijs voor een pils ($10) en een whiskey cola ($15) zijn niet bepaald om over naar huis te schrijven. Bij dezen dus. De club is overigens wel geweldig aangekleed, met redelijk okay muziek (zoals onze Teek al vermeldde: ‘redelijk te handlen deze shit, gelukkig geen ar en bie!’), mooie video walls en enkele prachtige danseressen.
Overigens werd de kwaliteit van ons Servisch gezelschap al snel op waarde geschat en de dames werden uitgenodigd voor de vip ruimte voorin de club. Zonder die zes boerenpummels inderdaad… Neemt niet weg dat iedereen de nacht weggedanst heeft, zoals een goede disco act uit de jaren ’80 weleens zei. Onze Hans heeft zelfs zijn fikse tegenvaller van eerder deze dag weg kunnen spoelen met een Canadese vassel. Naar het schijnt hebben ze de sterrenhemel boven Miami Beach grondig samen verkend. Hans weet nu zelfs waar het sterrenbeeld ‘de zevende zandbips’ zich bevindt. Overigens bleek ook dat onze Mark deze avond zijn Duits weer uit de kelder heeft moeten halen. Na wat afstoffen bleek het allemaal goed te doen te zijn…
Om een uur of vier ging bij de meeste mannen toch wel het licht uit. Maar niet voordat er nog een nachtelijke stop werd gemaakt bij de toko waar dit verhaal zich ook begon. Zoek ik nu niet te vertellen, kijk maar in de derde alinea. Dikke vette doei mensen!
Door: Harm