22 augustus 2009 – 05:36 local time
In het vliegtuig een kilometer of 300 onder Reykjavik, IJsland
De andere heren hebben de afgelopen uren in onze vlucht richting London Heathrow hun laatste verhaal geschreven. Die eer komt mij nu toe. De lokale tijd (voor het gemak is dat op dit moment die van London) geeft aan dat het 5:38u is. Beetje vroeg dus. In onze hoofden is het echter iets over half tien ‘s avonds. Dus nee, slaperig ben ik niet. Weemen ligt daarentegen gewoonlijk weer eens gestrekt. Over de dag van vandaag valt niet heel veel te vertellen, het zal daarom misschien een kleine terugblik danwel samenvatting worden.
‘s Ochtends opgestaan in ons motel Ramadah Inn. Dat een kleine twee mijl van LAX ligt. Wat ook goed te merken was aan de enorme herrie als er weer eens een Boeing of Airbus over kwam vliegen. Mark slaapt de laatste dagen ook goed, hij is er een dag of drie geleden achter gekomen dat als zijn voeten bij mijn hoofd liggen (en mijn voeten vice-versa bij zijn hoofd) hij een stuk beter slaapt, omdat mijn parttime job als houthakker natuurlijk ook zijn tol eist. Leuk voor hem dat hij dat na 18 dagen pas ontdekte, anyways. ’s Nachts hebben Mark en ik overigens nog online onze vlucht ingecheckt. De drie heren hadden alle drie een plaats (naast elkaar) toegewezen gekregen, ik nog niet, beetje raar.
We hadden de meeste spullen gisteravond al klaargezet waardoor we enkel een douche hoefden te pakken. Nadat we rond kwart voor negen uitcheckten zijn we op weg gegaan richting ons verhuurbedrijf Alamo. Niet voordat we overigens de nieuwe kamer eigenaar blij hebben gemaakt met een enorm gevulde minibar, vol met Diet Coke, Dr. Pepper, wat flessen Sprite en wat flessen bronwater. Een overblijfsel van onze koelbox, die we overigens ook op onze hotelkamer hebben laten staan. Sympathieke ons, ik weet.
Bij Alamo waren we snel klaar en zijn we met de shuttle richting LAX gebracht, waar het wachten in United Airline’s terminal nummer zeven kon beginnen. Allereerst voor onze boarding passen, wat een klein half uur kostte. Ook daar kreeg ik nog geen stoel toegewezen – ik zal toch niet overboekt zijn he… Hierna door richting security, waar we opnieuw een half uurtje lam konden staan. Waardoor we rond een uur of 11u pas bij de gate arriveerden. Niet voordat we ons all-American breakfast naar binnen hadden gewerkt bij de Mac: een mooi burgertje met friet en wat frisdrank om het weg te spoelen. Hey, de laatste keer dat we de dikke nek officieel op peil kunnen houden.
Bij de gate blijkt dat ik op de stand-by lijst sta, overboekt dus. Gelukkig sta ik op plek nummer twee van de negentien. Waarschijnlijk door het vroege tijdstip waarop we in hebben gecheckt (10:15u). Rond 11:30u krijg ik gelukkig een stoel toegewezen. Zeventien anderen ook, fijn voor hen.
Jammer overigens dat de kip met rijst die ik in het vliegtuig geserveerd krijg smaakt alsof ik een Tupperware doosje aan het opeten ben. Maar goed, daar zitten we dan: een beetje lam hangend voor een vlucht van negen-en-een-half uur. Volgens mij heb ik nog nooit zo lang op een plek gezeten. Anyway, inmiddels heb ik The Soloist (prima film) en Duplicity (mwah) achter de kiezen, evenals wat afleveringen Prison Break die op m’n iPod stonden. En omdat ik m’n slapen maar kon beperken tot een schamel uurtje zit ik hier achter de laptop dit verhaal te typen. Met de gedachten op de – voor mij – vier-en-halve week, pfew, wat een tijd hebben we beleefd…
Amerika, het land: van de ontelbare fast-foodketen- en Starbucks vestigingen; van de altijd aanwezige wachtrijen (waar iedereen zich overigens aan houdt); van de 4-way stops in het verkeer die iedereen netjes volgt; van de snelwegen waar je gewoon rechts mag inhalen; van de gratis frisdrank en koffie refills; van de sympathieke mensen die altijd in zijn je te helpen; van de motels voor 60 dollar per nacht voor vier personen; waar geen kleine auto’s te vinden zijn; waar de benzine drie dollar per gallon (85 cent per liter) kost; waar de Subway onze favoriete ontbijt gelegenheid was; waar de Mac de minst favoriete was; van de achtbaans snelwegen (een kant op); van de ontelbare ‘tips‘ (fooi), voor alles en iedereen; van de ijs, ijs en nog eens: ijs, ijsbergen zitten er in je frisdrank en het is op iedere hoek te verkrijgen; van de mensen die enorm overdrijven; van de mensen die vinden dat Amsterdam dichtbij Nederland ligt; van de enorme hoeveelheid Amerikaanse vlaggen (alhoewel Mark er geen aan heeft kunnen schaffen); waar TomTom ook gewoon de weg weet; waar men liever lui dan moe is: langs iedere trap is een roltrap te vinden; van de slechte lapdancers; waar iedereen een credit card heeft en duchtig gebruikt; waar de dames zich eigen prachtig verkleden (chique en stijlvol) om uit te gaan; waar mensen allemaal aan de light bier zitten; van de steden met enorme verkeersdrukte; waar je medicijnen, je geld en je eten via de drive-thru kunt halen; van de enorme hoeveelheid kapot bier; waar de bars allemaal om 2u de deur sluiten; waar op iedere eettafel tomatenketchup te vinden is; van de enorme reclame mogelijkheden (tv, billboard, krant, etc.); waar je in ieder chique restaurant een burger kunt bestellen; van de tweetaligheid: Spaans was overal spreekbaar in Californie; dat inderdaad veel vatsige mensen huisvest; van de enorme afstanden, al met al hebben we 3161 mijl (5057km) gereden; van de overtuigende reclames (he Mark en David); waar iedere serveerster je persoonlijk aanspreekt en een babbeltje maakt; van de lage urinoirs en het land waar iedere jongedame je vraag beantwoordt, ook al heeft ze geen interesse in je (ideaal).
Maar bovenal: het land waar wij ons de afgelopen drie weken zo ontzettend vermaakt hebben en waar we allemaal zeker nog een keer terug gaan keren!
Rest me niet nog even het einde van onze reis te vertellen – terwijl ik inmiddels op m’n vaste vertrouwde stekje achter de PC thuis zit. Tijdens onze reis van drie kwartier vanuit Heathrow richting Brussel zitten we verdeeld in het kleine bijna zakenvliegtuig. Bij ondergetekende komen de 4-sterren of hoger gewaardeerde nummers uit z’n speakers en bij Mark tettert N.E.R.D. uit z’n oordopjes. Eenmaal geland in Belgie wordt er nog steeds hard aan ons aller nekken gewerkt: een quick-stop bij de Quick om nog een burgertje en wat friet achterover te werken.
Terwijl we in de rij staan onze bestelling te plaatsen ziet Mark opeens ‘een bekend gezicht’ staan, die hij niet helemaal kan plaatsen. Bij de balie worden inmiddels door een andere jongeman handtekeningen uitgedeeld. Mark tikt zachtjes op de handtekening gevende jongeman zijn rug, en vraagt: ‘Are you from N.E.R.D.?’. ‘Yeah mate’. Wow! Blijkt het ‘bekende gezicht’ Chad Hugo te zijn en converseert Mark ineens met Pharrell Williams. Snel een foto knippen met Mark en Pharrell om daarna met Chad even verder te ouwehoeren over het nieuwe album. Toch strak dat je in de hele ‘entertainment capital of the world’ geen ster tegenkomt (ja, op dat verhaal van Hans na, wat inderdaad opnieuw met scepsis werd ontvangen) en dan zie je op Brussel Airport bij de Quick opeens Shay Haley, Chad Hugo en Pharrell Williams staan: prachtig!
Ik hoop dat jullie genoten hebben van onze semi-serieuze verhalen over de vele ervaringen die we de afgelopen drie weken hebben opgedaan in het zuid-westen van de Verenigde Staten. En zoals je hierboven leest: misschien wel tot ooit!
Door: Harm